Grafjammer : Schalm & Schabauw

Black Metal / Netherlands
(2018 - Self-Released)
Mehr Infos

Lyrics


1. HET ROTTENDE SCHOMPES

Koud zweet
Van koortsdroom en nachtangst
Schuldijs kruit op de rug

Het laken
Kleeft als lijkwade
Stank bezwangerd de lucht

Een leven vol verderf
Ontucht, overspel en lust
De kerfstok is te kort
Voor het rottende schompes

De walm van het verleden
Zwaar van ziekte, schijt en pus
Als aarskus van het bestaan
Het rottende schompes

De lach verstomt
Als de deemster komt
De schaduw niet langer
In schaapskleren vermomd

Bloed stolt
In hart en in ader
Een kadaver verstijft op de baar

Vat vol
Van schande met schuimkraag
Dierlijke driften ontaard

Een leven om te sterven
De dood als droesem in elk fust
Zuur bij elke afdronk
Het rottende schompes

Een schip bemand door zotten
Strandend op de knekelkust
Vleesloze botten
Het rottende schompes

Geboeid in rigor mortis
Elk verlangen uitgeblust
Begin ontbinding
Het rottende schompes

Ontdaan alle schijn
In de staart zit venijn
Als tijd opraakt
En spijt schrijnt
Wrevel regeert
De pijn aan het eind
Waar je crepeert
Wegkwijnt


2. DRIJVENDE DOODSKIST

...Ik sterf...
...Ik sterf...

Tropenluchten
Kalm en klam
Ver van land
Ourang Medan

Uit het roer en zonder koers
Koorts heerst op de brug
En alle officieren..
Ik krijg geen lucht

...Ik sterf...
...Ik sterf...

Schuim drijft op de golven
Van geel gekleurde ziekte
Het schip kreunend, rollend
Zingt een ijlend wiegelied

De zon brandt op het dek
Waar de hitte boven trilt
Alle luiken open
Het ruim donker en doodstil

In Straat Malakka drijft een wrak
Door god verlaten
Voor hulp en zielenheil te laat

Stilte oorverdovend
Geen leven meer aan boord
De zee het laatste woord


3. DE DODE MOLEN VAN BUITEN CATHARIJNE

De zwarte kat, de achtermolen
Buiten de muren van de stad
In nevel en gerucht verscholen

De dode molen van buiten Catharijne

De wind huilt in het ochtendlicht
De vuile zomer van 1877
Regen striemt, de vang schiet los
De kat komt tot leven
Van kwaad doorweven, vol afgunst
Ritueel en zwarte kunst
Slaat op hol, draait zich dol
Keert zich tegen zijn meester

De molenaar koud begraven
Vanaf de Buurkerk slaat men gade
Vlammen aan de Bleekerskade

De dode molen van buiten Catharijne


4. DUISTERING

De clerus gekaakt
Met nagel en tand
Er stroomt bloed door de straten
De stad staat in brand
Laaiende wraak
Walging en gal
Hoofden op staken
De Dood overal

Verlossing stinkt
Glorie verminkt
Als uit kelen doorsneden
De doodsrochel klinkt

Diep in het ziel
Wringt het instinct
Tegen bekering
Duistering

Zout van de pis
Zuur van de twisten
Vretend in wonden
Door zonde geschift

Bitter gedronken
Beklonken vergif
In bekers schuimend
Vol waanzin en drift

Donkere luchten
Van haat aan de kim
Smaad en verraad
Duistering


5. GALLEMIEZEN

Godvergeten chaos
Zelfbevlekte straf
De wereld is een kerkhof
Wij staan aan het graf

Gallemiezen
Er is niets meer
Niets meer te verliezen

Knekels van beschaving
Kadavers van succes
In het lijkvocht van ambitie
Alles wat nog rest

Gallemiezen
Er is niemand
Om iets nog te verliezen

In de nacht van altijd
Waar de klacht aan alles kluistert
Alles zwijgt en alles spijt
Niemand luistert


6. HAATGEMAAL

Tandwielen kraken
Schoorstenen braken
Rook die verstikt en versmoord
Assen die knarsen
Ketels op barsten
Stoomfluiten janken in koor

Bij de gloed van de ovens
Het kabaal oorverdovend
Een orgie van hitte en staal
Kakofonie van de doodsindustrie
De symfonie van het haatgemaal

Cilinders die stampen
In giftige dampen
Woede kruipt waar het kan gaan
Die wrok onthaalt, alle schoonheid vermaalt
Tussen de kaken van het haatgemaal

Witheet het ijzer
Op rood alle wijzers
Een machine van moordend metaal
God en vader van het doodseskader
Onder de vlag van het haatgemaal

Idool van de fallus
Blijf kalm en haat alles
In vorm en in teken en taal
Rotsvast devies van eenieder die kiest
En brandt in de vuren van het haatgemaal


7. HIJS HET LIJK

Alles dat leeft
En ooit zal zijn

Hijs het lijk

Wordt voortgedreven
Naar een diep ravijn

Hijs het lijk

Elk woord geschreven
In heilige schijn
Langzaam weggevreten
Vergeten in de tijd

Slechts bijtende woede
Vlijmscherpe realiteit
Tot bloedens toe
Verkracht, bevrijdt

Hijs het lijk

Een aap die praat,
Rechtop staat
En blind verbitterd
Ondergaat

Van stof en door stof
Van slijk tot schijt gelijk
Dolend, naakt in het donker
Hijs het lijk

Hijs het lijk


8. NAGELS OVER HET KRIJTBORD VAN DE ZIEL

De nagels over het krijtbord van de ziel
Het scherpe zand, schurend langs de kiel
Het zwalken en het janken van het wiel
Nagels over het krijtbord van de ziel!

Reddeloze leegte
Van hoop en vel gestroopt
Aan het mes geregen
In vitriool gedoopt

De nagels over het krijtbord van de ziel
Bestaan met pijn betaald, de opbrengst is nihil
Levenslust is ridicuul en necrofiel
Nagels over het krijtbord van de ziel!

Alles is zo verschrikkelijk fragiel
Vergankelijk, verrot en instabiel
Zonder doel, zinloos en futiel
Nagels over het krijtbord van de ziel

Met dubbele tong van dwaasheid
Dronken van bedrog
Vreet de kudde alles
Het afval uit de trog

Het voedt niet, lest niet
En brandt in de keel
Niets is genoeg
Alles teveel

Het weke vlees is zwak
Gratenloos en grauw
Wrakhout aan een touw
Blauw aangelopen, koud

De nagels over het krijtbord van de ziel
De goedgelovige die voor de leugen knielt
Elke priester en elke god is imbeciel
Nagels over het krijtbord van de ziel!

De rede wankelt
Op drijfzand gebouwd
Krakend in het vacuüm
Van eindeloze rouw


9. NEDERNEKRO

Water niet te drinken
Stinkend in de kwelders
Gezwollen lijken
Op de wegen, in het veld
Langs de dijken
Boerderijen branden
Het lijden dichtbij huis
In de lage landen

Nedernekro
De driekleur wappert
Nedernekro
Grijs en grauw en zwart

Vee crepeert
Oogst rot op akkers
Aan de horizon
Grafjammers en zwarte vlaggen

De vloot in nood gezonken
Verdronken in de haven
De grote steden
Verstilde massagraven
Alles overleden
Ten dode opgeschreven
Zeventien provincies
Aan de goden overgeleverd

Wil hel me?
Ben ik van duister bloed?
Een prins van oorlog van ramp en tegenspoed
Die het avondland van elk geloof ontdoet

Nedernekro
De driekleur wappert
Nedernekro
Grijs en grauw en zwart
Nedernekro
Geplunderd en gebrandschat
Het vernederland
Met het uitgerukte hart

Alles oud
In de lange koude eeuw
Stervend als een dolle hond
In de sloot de gouden leeuw


10. UITGEDRAAIDE POTEN VAN VERTROUWEN

Uitgedraaide poten van vertrouwen
De lage dolksteek van verraad
De lelijkheid van leven voor ieder te aanschouwen
Die uit slaap en zelfbedrog ontwaakt

Ooit blind geboren
Naïef verwekt
Als schaap geschoren

Geloof verloren
Verlies ontzet
In haat herboren

Uitgedraaide poten van vertrouwen
Hoop reeds in de wieg gestikt
In koude kettingen en touwen
Van list en illusie verstrikt

Het schitterend licht
Hemels wit
Verblindt het zicht

Verzwaard geweten
De lust ontwricht
Valse profeten
Het schijngericht

Eindelijk, het einde naakt
De leugens aan de kaak
In lichterlaaie, brandend in waarheid
Ontdaan, ongemaakt


11. MOORD & DOODSLAG & JENEVER

Een monster met het masker
Van een engelengezicht
Geboren langs de Vaartsche Rijn
De beestmens van het Sticht

Welbespraakt en psychopaat
Zonder vrees of spijt
Een rabiate moordenaar
Met een loden pijp

Ingeslagen schedels
Waar de waanzin wederkeert
Lichamen verminkt
Na de daad gepenetreerd

In dronkenschap en lust
En haat in overvloed
Sporen in het duister
Voetstappen van bloed

In de schaduw van de gevels
Van heinde, van ver
Kwaad uit Utrecht
Waar alles sterft
Satan strak in pak
Met de nacht op zijn revers
Moord en doodslag en Jenever

Sinds prille jeugd vernederd
Getergd in arren moede
Door pijn gefascineerd
Verbitterd, verloederd

De zelfkant en de onderbuik
De schaarste en de rest
De grauwte van de jaren zestig
De woede, de fles

Lyrics geaddet von czeski21 - Bearbeite die Lyrics